Alle F-modellen worden gekenmerkt door de koppelrijke 2-cilinder lijnmotor (parallel-twin) met een cilinderinhoud van 798 cc. Zijn royale koppel, de op die van een boxer lijkende, unieke sound en de vlotte respons bij ieder toerental koppelen het pittige van een 1-cilinder met de ongetemde kracht van twee kloppende harten.
The BMW F 800 R with the two-cylinder parallel-twin 800 ccm.
De parallel-twin beheerst zo niet alleen de spagaat tussen krachtig oppakken en dynamisch sprinten – de nieuw ontwikkelde motor bewijst ook nog eens dat hoge prestaties niet automatisch een hoog brandstofverbruik betekenen.
De krukas van de parallel-twin draait met een kruktapverzet van nul graden. Hierdoor draait de dwars op de rijrichting geplaatste krachtbron met een gelijkmatige ontstekingsvolgorde, waarbij met elke krukasomwenteling een arbeidstakt volgt. Hierdoor ontstaat bewust een zelfde klankbeeld als bij de boxermotoren, die met een ontstekingsverzet draaien van 360 graden.
De gelijkmatige ontstekingsvolgorde heeft een gunstig effect op de uitgebalanceerde spoeling, met optimale gebruikmaking van het koppel. Hiermee is voldaan aan de randvoorwaarden voor een dynamische krachtbron.
De bij 2-cilindermotoren onvermijdelijke massakrachten van de eerste en tweede orde worden door een tot op heden uniek balansmechaniek geneutraliseerd. In plaats van gebruik te maken van conventionele balans- of contragewicht-assen, verloopt de compensatie van de oscillerende massakrachten door een midden op de krukas aangebracht systeem met nauwkeurig geplaatste tegengewichten: een recht tegenover de kruktap geplaatste excenter op de krukas draagt een zogenaamde balansdrijfstang. Deze drijfstang is verbonden met een balansgewicht.
De beweging is daarbij zo, dat de balansdrijfstang tegengesteld aan beide motordrijfstangen op en neer beweegt. Door de beweging via een relatief lang balansgewicht, wordt een bij benadering lineaire beweging van de drijfstangkop bereikt. De massaverdeling tussen drijfstangkop en balansgewicht is zo gekozen, dat de door de beweging verkregen massakrachten bij elke krukaspositie de dan optredende oscillerende massakrachten van de aandrijflijn (zuigers en drijfstangen) compenseren. Daardoor worden de massakrachten van de eerste en tweede orde nagenoeg volledig geëlimineerd waardoor de motor trillingvrij loopt. Een ander groot voordeel van deze elegante constructie is het bijna geheel ontbreken van mechanische geluiden. De kenmerkende aandrijfgeluiden van tandwielen en kettingen ontbreken.
Ook het oliesmeercircuit vertoont technische bijzonderheden en onderscheidt zich hiermee van de in deze klasse gebruikelijke standaard. Om verlies van olie te minimaliseren beschikt de F800-motorserie over een semi-dry-sump smering. De uit de hoofdlagers van de krukas komende olie loopt in de afgesloten schacht van het balansmechaniek. Een oliepomp zuigt de olie hier weg en verdeelt deze via oliesproeiers in de versnellingsbak. De uit de versnellingsbak via kanalen teruglopende olie verzamelt zich samen met de uit de cilinderkop via de kettingschacht teruglopende olie in het carter. Deze vrije ruimte wordt zo als een geïntegreerde olietank benut. Vanuit dit reservoir voorziet een tweede pomp alle lagers van olie.